gebruikersvergoeding voor een vrijwillige bedrijfsverplaatsing
Een vrijwillige bedrijfsverplaatsing is het vrijwillig overbrengen van een bedrijf naar een gebied waar het zich duurzaam kan ontwikkelen. Om een vrijwillige bedrijfsverplaatsing mogelijk te maken kan een gebruiker van een bedrijf een vergoeding voor vrijwillige bedrijfsverplaatsing aanvragen bij de landcommissie.
In volgende situaties:
- De aanwezigheid van het bedrijf belemmert rechtstreeks de realisatie van het landinrichtingsproject of het project, plan of programma
en/of
- de leefbaarheid van de bestaande bedrijfsvoering komt ernstig in het gedrang door de realisatie van het landinrichtingsproject of het project, plan of programma.
Procedure:
- De gebruiker van een bedrijf of een landbouwbedrijf dient de aanvraag van een vergoeding in bij de landcommissie;
- De landcommissie stelt vast of het bedrijf of het landbouwbedrijf voldoet aan de voorwaarden, alsook de aanwezigheid van de vereiste stukken in de aanvraag;
- De landcommissie brengt de aanvrager binnen drie maanden nadat de landcommissie de aanvraag tot vergoeding heeft ontvangen over de volledigheid van de aanvraag;
- Binnen zes maanden nadat de landcommissie de aanvrager op de hoogte heeft gebracht van de volledigheid van het dossier, beslist de landcommissie in overleg met de entiteit die de verschuldigd is, of de aanvrager in aanmerking komt voor een vergoeding;
- De landcommissie deelt binnen vier maanden na de kennisgeving de vergoeding mee aan de aanvrager.
- Op te maken documenten:
- Invullen aanvraagformulier
- Gekoppelde instrumenten:
- landinrichtingsproject
Artikel 2.1.69. betreffende het Decreet van 28/03/2014 betreffende de landinrichting:
De gebruiker kan een vergoeding aanvragen voor een vrijwillige bedrijfsverplaatsing, een vrijwillige bedrijfsstopzetting of een vrijwillige bedrijfsreconversie als ten minste een van de volgende situaties zich voordoet:
1° de aanwezigheid van het bedrijf belemmert rechtstreeks de realisatie van het doel van het landinrichtingsproject of het project, plan of programma;
2° de leefbaarheid van de bestaande bedrijfsvoering komt ernstig in het gedrang door de realisatie van het doel van het landinrichtingsproject of het project, plan of programma.
Artikel 2.1.70. betreffende het Decreet van 28/03/2014 betreffende de landinrichting:
Een vrijwillige bedrijfsverplaatsing betreft het vrijwillig overbrengen van een bedrijf naar een gebied waar het zich duurzaam kan ontwikkelen. Een vrijwillige bedrijfsverplaatsing is van toepassing op een bedrijf.
Artikel 2.1.72. betreffende het Decreet van 28/03/2014 betreffende de landinrichting:
De gebruiker van een bedrijf of een landbouwbedrijf dient de aanvraag van een vergoeding in bij de landcommissie.
De landcommissie stelt vast of het bedrijf of het landbouwbedrijf voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2.1.69, 2.1.70 en 2.1.71, en aldus in aanmerking komt. De landcommissie houdt daarbij rekening met cumulatieve effecten van landinrichtingsprojecten of van projecten, plannen en programma's.
De landcommissie bepaalt in overleg met de initiatiefnemers van het landinrichtingsproject of het project, plan of programma, welke onderdelen van het bedrijf die door de aanvrager te koop worden aangeboden, in aanmerking komen voor verwerving.
Artikel 2.1.73. betreffende het Decreet van 28/03/2014 betreffende de landinrichting:
§ 1. De gebruiker ontvangt een vergoeding.
De vergoeding voor vrijwillige bedrijfsverplaatsing bestaat uit een vergoeding voor het verlies van het gebruik van onroerende goederen dat gepaard gaat met de vrijwillige bedrijfsverplaatsing en een vergoeding voor de directe en indirecte kosten en investeringen die verbonden zijn aan de bedrijfsverplaatsing.
De vergoeding voor de vrijwillige stopzetting bestaat uit een vergoeding voor het verlies van het gebruik van onroerende goederen dat gepaard gaat met de vrijwillige bedrijfsstopzetting, en een vergoeding voor de directe en indirecte kosten en het inkomensverlies die gepaard gaan met de vrijwillige bedrijfsstopzetting.
De vergoeding voor de reconversie van het landbouwbedrijf bestaat uit een vergoeding voor het eventuele verlies van het gebruik van onroerende goederen dat gepaard gaat met de vrijwillige bedrijfsreconversie en een vergoeding voor de directe en indirecte kosten en de investeringen die gepaard gaan met de vrijwillige bedrijfsreconversie.
§ 2. De gronden en gebouwen die betrokken zijn bij de vrijwillige bedrijfsverplaatsing, de vrijwillige bedrijfsstopzetting of de vrijwillige bedrijfsreconversie komen slechts eenmaal in aanmerking voor een vergoeding.
§ 3. Als de aanwezigheid van het bedrijf de realisatie van het doel van het landinrichtingsproject of het project, plan of programma belemmert, wordt de vrijwillige bedrijfsverplaatsing, de vrijwillige bedrijfsstopzetting of de vrijwillige bedrijfsreconversie pas uitgevoerd als er een blijvende oplossing wordt verkregen en de realisatie van het doel van het landinrichtingsproject of het project, plan of programma niet verder, of in de toekomst niet opnieuw kan worden belemmerd door een gebruik van gronden en gebouwen die betrokken zijn bij de vrijwillige bedrijfsverplaatsing, de vrijwillige bedrijfsstopzetting of de vrijwillige bedrijfsreconversie.
Artikel 2.1.74. betreffende het Decreet van 28/03/2014 betreffende de landinrichting:
De Vlaamse Regering stelt nadere regels vast voor de voorwaarden en de procedure, met inbegrip van een beroepsprocedure, voor de wijze van berekening en bepaling van de verkoopprijs, de vergoeding, de eenmaligheid van de vergoeding, en de werkwijze bij de toekenning van de vergoeding, alsook voor de taak van de landcommissies daarbij.
De instanties en personen, vermeld in artikel 3.3.7 tot en met 3.3.9, kunnen het bedrijf of onderdelen van het bedrijf, vermeld in artikel 2.1.72, derde lid, verwerven.
De landcommissie bepaalt de verkoopprijs en de vergoeding met inachtneming van de nadere regels, vermeld in het eerste lid.
informatie herstructureringsbeleid PAS